Amsterdam. Het ondergrondse systeem van het openbaar vervoer betreed ik altijd met heel veel plezier. Ik kan altijd genieten van de snelle metro’s met diverse mensen. Mijn rugzak zet ik naast me neer, waarin een ergens diep een duur fototoestel zit verstopt. Het blijft de ‘gevaarlijke’ stad waarin je natuurlijk altijd iets meer moet opletten. In Ede is je fiets op het station eerder lek dan weg.
Op mijn koptelefoon is een van de vijftien podcasts die klaarstaan aan het afspelen. Met het reizen van Soest, mijn nieuwe plek, naar Hilversum moet ik toch iets te doen hebben. Het stuk is goed te fietsen. Alleen is lezen tijdens het fietsen ook ‘gevaarlijk’. Nog nooit ben ik zo op de hoogte geweest van het nieuws. Mijn oren krijgen alles te horen over de nieuwste films en series, popcultuur nieuws, maar ook filmgeschiedenis, scenariotips en daadwerkelijk super interessante nieuwsachtergronden, van de Volkskrant bijvoorbeeld.
Maar ja, nu zit ik niet in Hilversum. Het is ochtend en ik ben nog speciaal naar Amsterdam komen treinen. Nu in de metro kijk ik opzij. Tot ver in de verte zie ik de inhoud van de karretjes. Er komt een bocht, en het eerste karretje gaat al opzij. Op de bankjes is het helemaal vol. Een paar mensen staan er nog een beetje naast. Al die mensen doen hun eigen ding, zijn op weg naar hun eigen werk. En niemand let op ze. Niemand kijkt ze aan. Behalve dan dat koppel dat half op drie zitplaatsjes ligt in de avond. Die knuffelen elkaar en kijken elkander lief aan.
Midden in Amsterdam stap ik uit. Een levende wereld staat aan mijn schoenen. Verschillende winkeltjes aan elke straat. Het lijkt wel alsof ieder land vertegenwoordigd moet worden. Het hotel waar ik moet zijn ligt aan de andere kant van de Wallen. Ik loop een zijstraat in. Twee vrouwen voor mij stoten elkaar aan en wijzen naar de uitgestalde producten. Het is een groep prachtige dildo’s, die in felle kleuren de aandacht vragen.
Even verderop loop ik langs het water. Een grote poort staat aan de linkerkant. Een grote, zwarte auto rijdt er naar binnen en zet hem neer voor de ingang in het binnenhofje. Snel helpt een medewerker ze uit de auto. Drie mannen stappen uit, gehuld in korte broeken en een fel shirt. De medewerker haalt de weekendtassen uit de auto. En ik? Ik loop door de autopoort met mijn schattige rugzak, zo langs de luxe omhaalde gasten naar binnen, het hotel in.
Binnen kijk ik mijn ogen uit. De marmeren vloer en de grote ramen die het uitzicht op de prachtige tuin laten zien; het is fantastisch. Ik heb wel eens in een hotel gezeten, maar zo chique krijg je ze niet. Door twee verschillende (andere) medewerkers wordt ik de trap op gestuurd, waar op de tweede verdieping de posters het al weggeven: ik ben bij Blade Runner 2049.

Een zaaltje verder. Nog zo’n beetje voor ik koffie kan inschenken, krijg ik drinken aangeboden. Verbazingwekkend genoeg kom ik twee bekenden tegen in de trouwzaal, waar we op een of andere manier beland zijn. Een tijdje praten we over de film en wat we er al van hebben gezien. Een week geleden zagen we al een half uur van de film. We waren al enthousiast, maar nu helemaal.
Sylvia Hoeks is een van de Nederlandse actrices die internationaal succes heeft bereikt. Zij komt vandaag speciaal naar Nederland. Rechstreeks komt ze uit Rome en hierna vertrekt ze naar Londen en Los Angeles. Ze speelt, net als Rutger Hauer in het origineel, als Nederlander weer een grote rol. Of ze ook een replicant is, mag ze nog niet zeggen.
Maar de rest van de cast en crew? Nope. Alleen zij. Deze dag draait alleen om haar. De actrice die in blockbusters als Renegades en Bro’s before Ho’s internationale fame krijgt. En dus zitten we nu met een stuk of dertig man te luisteren naar meneer presentator en Sylvia Hoeks die over het vervolg van een van de klassiekers vertellen.
Onderwerpen waar we ons in interesseren: Hoe was het op de set? Hoe kwam je aan de rol? Wat doe je na dit succes? Die laatste was de enige vraag die ik kon stellen, en Het Antwoord Zal Je Verbazen! – ze kon er niks over kwijt, maar “staat open voor alle genres, als het maar een goed verhaal heeft”. Okay.
Het meest bizarre en artificiele was de photocall. Nog voordat Sylvia in de hotelzaal was, die gevuld stond met posters van haar, Harrison Ford en Ryan Gosling, moesten de fotograven in een rijtje gaan staan achter een lint. Voor een podium en een enorme poster met het logo moesten we vijftien(!) minuten wachten totdat de ster kwam. Vanaf dat ze binnenkwam, begonnen alle pak-em-beet vijftien fototoestellen te klikken. Pas na tien minuten (zo voelde het) begonnen het langzaam te stoppen.
Ook ik stond in het rijte. Uit mijn tas kon ik mijn verstopte fototoestel pakken. Een beetje ongemakkelijk stonden we met zijn allen voor het lint. Als kinderen die wachten totdat het attractiepark opengaat. Voor het klikken kregen we een uitleg. Achter de fotograven hield iemand een papier op, zodat Sylvia wist waar ze naartoe moest richten. Zo krijgt iedereen een goed shot, en ik moet zeggen, het werkt uitstekend. En zij maar lachen. En een beetje stoer staan kijken. Ik kan me weinig voorstellen dat je uit dat flitsenrijk veel plezier kan halen.
Vervolgens werden de fotograven vriendelijk verzocht om de zaal te verlaten, maar ik bleef stiekem toch muhahahah. Wat volgde was een presentator en Sylvia die samen op een podium zaten met twee microfoons. Iedereen zat netjes op de stoelen te luisteren wat er gebeurde. Af en toe stelde iemand uit de zaal een vraag. Ik dacht dat ik op stage was, maar dit lijkt meer een klaslokaal.
Pas twee uur later zou ik een interview met Sylvia hebben. Niet eens een. Nee, samen met vier andere media zou ik een gesprek hebben over haar aankomende film. Wat doe je in die tijd? Met mensen praten, even wat eten pakken, überhaupt vragen bedenken om te stellen (best wel handig).
Maar twee uur later kregen we het volgende nieuws. “Tja, het is allemaal een beetje uitgelopen,” waren de woorden waardoor ik gelijk al begon te slikken. “Door tijdgebrek doen we het nu samen.”
Niet veel later lopen we een kleinere, maar ongelooflijk luxe zaal binnen. In een cirkel om de tafel staan negen stoelen, gericht naar die ene stoel. In stilte wachten we met zijn allen tien minuten.
Ze komt binnen. Na het geven van een hand, neemt ze plaats op de ene lege stoel. Een fractie van een seconde later stuit iedereen naar voren met zijn mobiel en gooit hem op tafel. Het lijkt wel ingestudeerd hoe snel ze hun opnameapparaat daar neerleggen.
Om de beurt gaan we het rijtje langs. We hebben met zijn allen maar 20 minuten, dus iedereen krijgt maar één vraag. Zelf hou ik wel van een beetje sfeer creeëren tijdens het interview, juist door het één op één te doen en veel grappen te maken. Maar nu? Mijn hart klopte in mijn keel. Bij iedere vraag kwam mijn beurt dichterbij. Maar ja, welke vraag moet ik stellen?
De tijd vliegt voorbij en voor ik het weet sta ik buiten. Verstelt sta ik van wat ik vandaag heb meegemaakt. Een heel circus en waarvoor? Eén Nederlandse actrice voor één megablockbuster? Eigenlijk is het ook best gek, dat sterrenverering. Waardering voor prestaties in bijvoorbeeld acteren of presenteren is prima, maar waarom kan ik niet gewoon een normaal interview plannen?
Nu is Sylvia Hoeks niet echt de wereldster. Moet je voorstellen wat er zou zijn gebeurt als Ryan Gosling of Harrison Ford dit keer was meegekomen.
In de metro terug kijk ik om me heen. Gelukkig zijn zij lekker normaal gebleven?